De fairness tax: een faire belasting voor grote bedrijven?

Om de zoveel tijd steekt de roep naar een minimumbelasting voor bedrijven weer de kop op. Sinds eind juli kent België nu ook effectief zo’n soort minimumbelasting, door de regering de fairness tax gedoopt. De uiteindelijke uitwerking wijkt wel wat af van de initiële bedoeling. Toch blijft het een soort minimumbelasting voor grote bedrijven die (bijna) geen vennootschapsbelasting betalen, maar wel dividenden uitkeren aan hun aandeelhouders.

Voor grote bedrijven die bijna geen belasting betalen, maar wel dividenden uitkeren

Alle grote vennootschappen worden geviseerd: zowel de multinationals als grote Belgische ondernemingen. Kmo's blijven evenwel buiten schot. Om te bepalen of een onderneming een kmo is wordt, zoals steeds, gekeken naar artikel 15 van het Wetboek van Vennootschappen.

Kleine vennootschappen zijn vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die voor het laatst en het voorlaatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één der volgende criteria overschrijden :

jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50;

jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: 7.300.000 EUR;

balanstotaal: 3.650.000 EUR; tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt.

De fairness tax  wordt geheven wanneer de vennootschap in hetzelfde belastbaar tijdperk dividenden heeft uitgekeerd, en het fiscaal resultaat heeft verminderd met de aftrek voor risicokapitaal en/of vorige verliezen. Ook de ondernemingen die ondanks deze verrichtingen nog steeds VenB verschuldigd zijn, vallen dus onder het toepassingsgebied van de fairness tax. Het oorspronkelijke idee dat deze tax enkel zou worden opgelegd aan grote bedrijven (vooral multinationals werden geviseerd) die verder geen vennootschapsbelasting betalen, maar wel dividenden uitkeren is dus deels verlaten.

Het gaat om allerlei soorten dividenden: gewone dividenden, terugbetalingen van kapitaal, terugbetalingen van uitgiftepremies en bedragen waarop is ingeschreven ten gevolge van de uitgifte van winstbewijzen, steeds met uitzondering van het fiscaal gestort kapitaal. Overdreven, geherkwalificeerde interesten worden niet meegerekend voor het bepalen van de belastbare basis.

Tarief

Het tarief van de tax bedraagt 5% verhoogd met de crisisbijdrage van 3%, waardoor dit eindelijk neerkomt op 5,15%.

Belastbare basis berekend volgens een formule

De belastbare grondslag wordt volgens een specifieke formule berekend: (A-B) × C (%).

Hierbij is:

A: het positief verschil tussen de voor het belastbare tijdperk bruto uitgekeerde dividend en het uiteindelijk fiscaal resultaat dat effectief wordt onderworpen aan het gewone tarief van de vennootschapsbelasting;

B: het gedeelte van de uitgekeerde dividenden, dat afkomstig is van voorheen, en uiterlijk voor het aanslagjaar 2014, belaste reserves;

C: verhouding tussen (1) in de teller de voor het belastbare tijdperk werkelijk toegepaste aftrek van overgedragen verliezen en notionele interestaftrek en (2) in de noemer het fiscaal resultaat van het belastbaar tijdperk, exclusief de vrijgestelde waardeverminderingen, voorzieningen en meerwaarden.

Deze grondslag kan niet meer worden beperkt of verminderd met bepaalde aftrekken of belastingverminderingen. De verschuldigde belasting is evenmin een aftrekbare beroepskost.

De vennootschappen onderworpen aan de fairness tax moeten hiervoor voorafbetalingen doen, dit wil zeggen dat ze zelf moeten anticiperen op hun winsten en dividenduitkeringen.

Vanaf aanslagjaar 2014, dus al voor dit boekjaar

De regeling treedt in werking vanaf aanslagjaar 2014. Vennootschappen kunnen hier niet aan ontsnappen door hun boekjaar nog snel af te sluiten (zodat hun inkomsten tot nu niet onder aanslagjaar 2014 vallen), elke wijziging die vanaf 28 juni 2013 werd aangebracht of wordt aangebracht aan de afsluitdatum van het boekjaar blijft immers zonder uitwerking voor de toepassing van deze regeling.