Kantines van verenigingen: hoe zit het met de btw?

Een voetbalclub of fanfare die een kantine openhoudt, vind je in zowat elk Belgisch dorp. Onder bepaalde voorwaarden zijn die kantines vrijgesteld van btw. Vanaf 1 januari 2017 veranderen de regels echter. Tijd dus om de nieuwe regels te bekijken en na te gaan of uw vereniging de vrijstelling nog kan blijven toepassen.

Hoe zit het nu? De regels zoals ze vandaag gelden

Bepaalde handelingen worden door het btw-wetboek uitdrukkelijk vrijgesteld. De verrichters van deze diensten moeten dan geen btw aanrekenen, de gebruikers moeten geen btw betalen. Het gaat vaak om sectoren die worden beschouwd als maatschappelijk waardevol: sociaal werk, sport, cultuur. Zo wordt er bv. geen btw aangerekend op een toegangskaartje van een museum of het lidgeld van een sportclub.

Meestal komt daar de voorwaarde bij dat de inrichter geen winstoogmerk heeft. Wie een toegangsticket koopt van een commerciële concertorganisator zal dus wel btw moeten betalen.

Omdat de organisatoren geen winst mogen maken, moeten ze op zoek naar andere middelen om hun activiteiten mee te financieren. Dat kan door bijkomende activiteiten te organiseren. Ook die bijkomende activiteiten zijn op hun beurt soms vrijgesteld van btw. Een klassieke bijkomende activiteit van sportclubs is de kantine, waar na de training of wedstrijd door sporters en supporters nog wat kan worden gedronken. Probleem is dat net het openhouden van een kantine in principe niet met vrijstelling van btw kan.

Gelukkig is de fiscus, ook nu al, bereid zich soepel op te stellen. De kantine is dus toch vrijgesteld als...

de kantine enkel toegankelijk is voor personen die de instelling effectief bezoeken, bv. de sporters, bezoekers, toeschouwers. De kantine mag dan ook enkel toegankelijk zijn tijdens de openingsuren van de inrichting (de sportclub, het museum) en  er mag geen directe toegang van de straat naar de kantine zijn;

de exploitant van die kantine mag geen andere belastbare werkzaamheden uitoefenen en mag enkel lichte maaltijden verschaffen;

de kantine mag geen concurrentieverstoring veroorzaken ten aanzien van commerciële exploitanten. Daarom mogen de inkomsten uit de kantine niet meer dan 5.580 EUR bedragen of als ze die drempel overschrijden niet meer bedragen dan 10 % van de totale ontvangsten van de inrichting.

Vanaf 2017 nieuwe regels

Vanaf 2017 gelden er nieuwe regels. Het goede nieuws is dat de btw-vrijstelling voor kantines gewoon blijft bestaan. Er wordt enkel aan de voorwaarden gesleuteld.

De vrijstelling voor cafetaria's geldt enkel nog voor: (i) ziekenhuizen en psychiatrische inrichtingen, (ii) instellingen die bejaardenzorg of de gehandicaptenzorg tot doel hebben, (iii)
sportinrichtingen en inrichtingen voor lichamelijke opvoeding, (iv) musea, monumenten, natuurmonumenten, plantentuinen en dierentuinen en (v) organisatoren van toneel-, ballet- of filmvoorstellingen, tentoonstellingen, concerten of conferenties.
Daarnaast moet de kantine geëxploiteerd worden op de site van de instelling zelf (bv. in het museum). Daarbij aansluitend geldt, zoals nu ook al het geval is, de voorwaarde dat de kantine enkel toegankelijk is voor de sporters/bezoekers/toeschouwers, hun bezoekers of genodigden en het personeel van de inrichting. Opvallend is wel dat het feit dat de kantine enkel toegankelijk is voor de voormelde personen,  niet enkel meer moet  blijken uit het feit dat ze niet toegankelijk is buiten de openingsuren van de instelling én niet rechtstreeks toegankelijk is van buiten af. De exploitant zal dit ook op basis van andere feitelijke elementen mogen bewijzen.

Ten slotte moeten de vrijgestelde handelingen (de sportieve, culture activiteit) de belangrijkste activiteit van de instelling blijven. De ontvangsten van de kantine mogen niet meer bedragen dan 10 % van de door de instellingen onder voormelde vrijstellingen gerealiseerde omzet. Een eenmalige overschrijding (in de loop van vijf kalenderjaren) van deze 10 % omzetgrens met 1 % wordt door de fiscus door de vingers gezien.
Als één of meerdere van de voorwaarden niet langer vervuld zijn, mag de instelling de vrijstelling niet langer toepassen vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de voorwaarde niet langer vervuld is. Een inrichting die op 2 januari 2017 niet langer voldoet aan de voorwaarden, zal dus toch nog van de vrijstelling kunnen genieten voor de rest van het jaar.

Bijzonder gevallen: jeugdhuizen en OCMW-dienstencentra

Voor jeugdhuizen geldt een aparte administratieve tolerantie.

De kantines van OCMW-dienstencentra zijn vrijgesteld als de jaarlijkse omzet van die activiteit niet meer dan 80.000 EUR bedraagt. Wordt deze drempel overschreden, dan moet het OCMW contact opnemen met het bevoegde btw-controlekantoor. Het controlekantoor zal nagaan of er sprake is van concurrentieverstoring van enige betekenis en oordelen of de exploitatie van de cafetaria aan btw moet worden onderworpen.